DINSDAG 29JULI 2008
7de rit FROMISTA – SAHAGUN
Vanuit Fromista zijn we om halfnegen op
weg naar Carrion de los Condes. Een broodje en een koffie (grande en con leche) en terug door de Tierra
de Campos richting Sahagún.
Relatief weinig klimmetejes maar 17 kilometer gedokkerd over een keienweg, niet te geloven dat we zonder
pech door deze hel geraakten. In Terradillos de los Templarios voor het eerst ’s
middags kunnen eten in een albergue, een klassiek
pelgrimsmenu. De tafelwijn heeft geen invloed op onze benen. Rond halfvier zijn we al in Sahagún.
’s Avonds hebben we een fijne ontmoeting met een Vlaamse pelgrim (een echte
dan) die de weg naar Santiago strompelt na een beroerte. Hij haalt
10 km per dag en hoopt eind
september in Santiago te zijn. Zulke ontmoetingen maken de camino
tot iets aparts.
WOENSDAG 30 JULI 2008
8ste rit SAHAGUN – HOSPITAL DE ORBIGO
Om kwart
voor acht verlaten we reeds het toch wat troosteloze
stadje Sahagún. Op weg naar Leon
is het behoorlijk fris (slechts 12°). Ons windjack en jasje doen dienst.
Slechts na 30 km
hebben we wat te drinken in Reliegos. We rijden veel
pelgrims voorbij die de weg te voet doen. We krijgen alsmaar meer respect voor
deze stappers met de rugzak. Leon binnenrijden is een
levensgevaarlijke onderneming we rijden als het ware met de fiets over de
Antwerpse ring. Met het zweet in de handen halen we Leonheelhuids. Met de fiets een stad bezoeken heeft voor- en nadelen. Fiets en
bagage kun je niet achterlaten, maar het gaat vlugger
dan stappend. In 2 uur leggen we in Leon
6 km af. Mooi maar het maakte
niet zo’n indruk als Burgos. Het is bijna één als we
besluiten verder te rijden tot aan het eerste hotelletje. Volgens de gids is
het vandaag de enige rit zonder beklimmingen dwz dat we zo om de 5 km een kluisberg geserveerd
krijgen, we maken er ons niet meer druk om. Na Leon
rijden we terug door de eindeloze velden. Een slaapplaats? Vergeet het maar!
Onze gids is niet zo duidelijk en we maken wat toertjes. Een vriendelijke
Spanjaard (ze bestaan dus toch) zet ons op de “camino”
en na 105 km
vinden we eindelijk een hotelletje aan een benzinestation. De pelgrimsmenu’s
wat beu doen we
onze inkopen in het benzinestation en eten we nog eens boterhammen met
smeerkaas, tonijn en chocola. Lekker, lekker.We
hebben al bijna 3 dagen ingewonnen. De vorm is goed, afstand is geen probleem,
maar in de verte duikt terug het hooggebergte op. Morgen wachten ons 74 km met cols die boven de 1500 meter uitsteken, we
vertrekken wel op 800
meter, maar toch .